Nederland in verzet: de Februaristaking en de bijzondere relatie met Soesterberg
Nederland heeft niet veel om trots op te zijn als het gaat om het wegvoeren en vernietigen van de Nederlandse Joden. In ons land werden ruim 100.000 Joodse medeburgers (van de in totaal 140.000) door de Duitse bezetter afgevoerd en vermoord. Het hoogste percentage (73%) van alle West-Europese landen.
Jodenvervolging
Niet alleen keken de meeste Nederlanders de andere kant op, sommigen werkten zelfs actief mee aan het uitroeien van deze bevolkingsgroep. Ambtenaren in Amsterdam – waar de meeste Nederlandse Joden leefden – leverden in hoog tempo een ‘Jodenkaart’ van de gemeente aan de bezetter, waarop aangegeven stond waar in de stad precies hoeveel Joden woonden. Politieagenten hielpen mee bij het uit hun huis halen van Joodse burgers. Verklikkers en professionele Jodenjagers deden hun verachtelijke werk. Nederland werd praktisch Judenrein gemaakt.
Lichtpuntje in de duisternis
Toch moet ook niet worden vergeten dat er – alléén in Nederland – een grote staking werd georganiseerd tegen de Jodenvervolging: de Februaristaking. Uit protest tegen de eerste Joden razzia, die op 22 februari 1941 in Amsterdam was gehouden, organiseerde de Communistische Partij Nederland (CPN) een grote, tweedaagse staking.
De CPN verspreidde pamfletten, waarin werd opgeroepen om 25 en 26 februari het werk neer te leggen. ‘Protesteert tegen de afschuwelijke Jodenvervolgingen!!!’ stond er als aanhef boven. ‘Deze Jodenpogroms zijn een aanval op het hele werkende volk!!!’, en: ‘Staakt!!! Staakt!!! Staakt!!! Weest eensgezind!! Weest moedig!!!’
De staking
Dinsdagochtend 25 februari stonden alle trams in Amsterdam stil, en vanuit de hoofdstad verspreidde de algemene staking zich snel door het Gooi. De Philipsfabriek in Hilversum ging plat. Duizenden mensen gingen de straat op om te demonstreren. Ook woensdag 26 februari was een stakingsdag. Die dag werd ook in Utrecht het werk neergelegd.
De staking gebroken
Toen greep de bezetter hard in. Met intimidatie en geweld werd de staking neergeslagen. Er vielen negen doden en honderden mensen werden gearresteerd. De steden die meegedaan hadden kregen hoge boetes opgelegd. De Duitsers openden de jacht op de communisten die de staking hadden georganiseerd. Ze werden naar concentratiekampen en tuchthuizen gestuurd, maar ook gefusilleerd.
De eerste Nederlander die tijdens de bezetting werd doodgeschoten was Leen Schijvenschuurder. Hij werd gepakt toen hij bezig was stakingsoproepen aan te plakken voor een nieuwe staking op 6 maart, die er nooit kwam.
Bijzondere relatie met Soesterberg
Het Nationaal Militair Museum, of beter gezegd het terrein van de voormalige vliegbasis Soesterberg waarop het museum is gebouwd, heeft een bijzondere relatie met deze geschiedenis. Op 24 november 1942, bijna een jaar na de Februaristaking, werden op de basis 33 verzetsmensen ter dood gebracht. Op militair terrein, zonder burgergetuigen, werden zij voor de kogelvanger van de Duitse Schiesstand gefusilleerd.
De ’33 van Soesterberg’ waren afkomstig uit verschillende verzetsgroepen uit het hele land. Dertien van hen behoorden tot de ‘verzetsgroep Amsterdam’. De meesten van hen waren communist en hadden in februari meegedaan met de organisatie van de staking. Hun lichamen werden in een diepe bomkrater gegooid. Na de bevrijding werden ze op andere plaatsen herbegraven, maar op de plek waar ze hun leven gaven voor de vrijheid van ons land staat nog steeds een bescheiden monument. Het getuigt van het heldendom van de mannen die het eerste en enige massale protest tegen de Duitse bezetting in Europa organiseerden.
"De '33 van Soesterberg' hebben een sterke link met de Februaristaking." Dirk Staat - Conservator