Gouden harnas uit Nederland ontdekt
Bij harnassen denken we niet snel aan Nederland. De meeste harnassen werden gemaakt in Duitsland en Italië. Toch werden er tussen 1600 en 1700 ook topharnassen in Nederland gemaakt. Daar waren zelfs gouden exemplaren bij, die aan Europese koningen werden geschonken!
Harnasmakers komen naar Nederland
Tot aan de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) werden harnassen vooral in Duitsland en Italië gemaakt. Tijdens de Nederlandse Opstand tegen de Spanjaarden maakte het leger een enorme groei en professionalisering door. In een periode van iets meer dan twintig jaar vond er haast een verdubbeling van het aantal soldaten plaats: van 25.000 soldaten in het jaar 1587 groeide het leger naar 49.000 in het jaar 1608. Voor al deze extra manschappen waren veel nieuwe wapens en harnassen nodig.
Gespecialiseerde ambachtslieden
Eerst kwamen er wapenhandelaren naar Nederland, later gevolgd door gespecialiseerde ambachtslieden, zoals harnasmakers. Zij waren afkomstig uit de metaalproductiecentra rondom Keulen en Luik en vestigden zich in de Hollandse steden Den Haag, Delft en Dordrecht. Vanaf dat moment werd Nederland één van de belangrijkste centra in de wapenhandel. In de 17e eeuw verhandelde Nederland honderdduizenden harnassen per jaar. Een groot deel kwam uit de bovengenoemde Nederlandse steden en werd aangevuld met geïmporteerde harnassen uit steden als Wesel, Keulen en Luik.
Mooiste harnassen komen
uit Den Haag
Den Haag ontwikkelde zich tijdens de Tachtigjarige Oorlog tot het bestuurscentrum van de jonge Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. In de stad was ook het hof van de familie Van Oranje-Nassau gevestigd. Hoge adel, regenten en officieren kwamen met regelmaat naar de stad voor zaken of een bezoek aan het hof. Dit trok onder andere producenten van luxe goederen aan, zoals portretschilders en vergulders, maar ook harnasmakers. In Den Haag waren diverse smeden actief, die harnassen binnen het luxere segment vervaardigden. Hun rijkversierde eindproducten vonden hun weg naar vele Europese vorstenhuizen, van Zweden tot Italië.
Wie is de maker?
Onlangs kocht het Nationaal Militair Museum op een veiling een bijzondere helm aan. Op het eerste gezicht lijkt het een simpele helm, maar de rijkversierde messing pluimkoker aan de achterzijde trok de aandacht. Deze pluimkoker zag er precies hetzelfde uit als die op het gouden harnas van de Zweedse koning Gustaaf II Adolf.
Collega’s van de Zweedse Koninklijke Verzamelingen wisten te vertellen dat dit harnas voor de Zweedse koning was besteld door de Nederlandse wapenhandelaar Louis de Geer. Toch was het nog onzeker of dit harnas in Nederland of in Zweden was gemaakt. Door dezelfde pluimkoker bestond het vermoeden dat beide helmen afkomstig waren uit dezelfde werkplaats, maar sluitend bewijs was er nog niet.
Archief biedt uitkomst
Dankzij de Zweedse aanwijzingen kon gericht worden gezocht in de Nederlandse archieven. Al snel leverde dat resultaat op. In een besluit uit 1624 werd aan wapenhandelaar Louis de Geer toestemming verleend om belastingvrij een grote partij wapens én twee vergulde harnassen naar Zweden uit te voeren. Het betreft hier de vergulde harnassen van Gustaaf II Adolf en zijn jongere broer Karel Filip. Alle puzzelstukjes vielen hiermee op hun plek. Het werd duidelijk dat het gouden harnas voor de Zweedse koning gemaakt was door de harnasmaker Charles d’Arthene, die in sommige stukken ook wel Karel van Ardennen wordt genoemd. Hij kreeg in 1624 ook al de prestigieuze opdracht om een rijkversierd harnas te maken voor de Engelse koning.
"De vondst van dit gouden harnas is zeer bijzonder." Jeroen Punt - Conservator