Van dronegranaat naar handgranaat
De oorlog in Oekraïne is uitgemond in een ouderwetse loopgravenoorlog met moderne technieken. Drones spelen daarin een belangrijke rol voor verkenningen en bombardementen. Net zoals de vliegmachines in de Eerste Wereldoorlog begonnen de drones als verkenningsmiddelen, maar werd hun functie na verloop van tijd uitgebreid. Het bombarderen van voertuigen en loopgraven met gebruik van drones blijkt namelijk effectief te zijn.
Oude techniek herontdekt
Een van deze Oekraïense dronegranaten toont duidelijke overeenkomsten met de Nederlandse schokhandgranaat uit de Eerste Wereldoorlog. De granaten hebben allebei aan de bovenzijde een stootplaat die, als de granaat het doelwit raakt, wordt ingedrukt en de granaat tot ontploffing brengt. Voor de veiligheid is er een metalen stift door de granaat heen gestoken die voorkomt dat de dop per ongeluk kan worden ingedrukt. De schokhandgranaat is tijdens de Eerste Wereldoorlog (1915) in gebruik genomen bij het Nederlandse leger omdat er behoefte was aan een granaat die door infanteristen vanuit loopgraven kon worden ingezet.
De handgranaat bestaat uit een langwerpig lichaam, gevuld met 120 gram explosief trotyl. Aan de achterkant is een lange staart bevestigd die ervoor moet zorgen dat de granaat stabiel door de lucht vliegt. De granaat kan maximaal twintig meter ver geworpen worden. Als de stootplaat een doel raakt, wordt deze ingedrukt en ontploft de granaat direct.
Groter bereik
Om de afstand te vergroten is in 1915 een bijbehorend werptoestel in gebruik genomen. Dit toestel, dat als een soort katapult werkt, vergroot het bereik tot wel honderd meter.
Voor de bediening van dit werptoestel zijn drie man nodig. Eerst leggen twee mannen de werparm horizontaal. Deze arm staat dan onder sterke spanning van twaalf spiraalveren. Een derde man plaatst de granaat daarna, zonder veiligheidsstift, op de arm. Om de handgranaat daarna af te vuren wordt aan een touw getrokken. De veren ontspannen, de arm schiet met grote kracht omhoog en werpt de granaat weg.
Risico’s en gebreken
De schokhandgranaat bleek in praktijk riskant; er gebeurden veel ongelukken mee. Daarnaast ontplofte de granaat alleen op een harde ondergrond. De stootplaat werd door een zachte ondergrond niet hard genoeg ingedrukt, waardoor de granaat niet tot ontploffing kwam. De schokhandgranaat werd in 1919, samen met het werptoestel, afgeschaft en opgeslagen in de magazijnen. Uiteindelijk zouden de laatste schokhandgranaten in 1934 vernietigd worden.
De overeenkomsten tussen de werking van de schokhandgranaat en de dronegranaat zijn duidelijk, maar niet opmerkelijk. Het betreft een zeer eenvoudig mechanisme dat voor de ontploffing zorgt. Omdat de dronegranaat zo ontworpen is dat hij met de stootplaat omlaag valt, zal deze altijd ontploffen als hij op een voertuig of harde ondergrond terecht komt. Of hij ook werkt als hij op een zachte ondergrond landt, is nog maar de vraag.
“Soms lijkt het of de tijd stil staat. Militaire technieken van meer dan honderd jaar oud blijken nog steeds effectief en worden opnieuw uitgevonden.” Mathieu Willemsen - Conservator