LAMBADA? NEE, LANTAKA
De Aziatische draaibas
In de collectie van het Nationaal Militair Museum bevindt zich een heel aantal lantaka’s. Lantaka is de Maleise naam voor een bepaald type kanon, dat we in Europa kennen als de draaibas. Het waren niet alleen eenvoudige en effectieve wapens, maar fungeerden ook als relatiegeschenk of betaalmiddel.
Scheepskanonnetje
De lantaka (uit het Maleis; ook wel rentaka of lilla) is dus een draaibas. Dat wil zeggen een kanon van – over het algemeen – bescheiden afmeting dat vooral op schepen werd gebruikt. Het werd met name gebruikt in en rond Maleisië, Indonesië en de Filipijnen. Het gebruik ervan gaat terug tot zeker de 15e eeuw. Toen de Portugezen (als eerste westerlingen) aankwamen in wat nu Indonesië is, troffen zij op Javaanse en Maleise schepen al lantaka’s aan.
Beschrijving van de lantaka
Een lantaka is zoals gezegd een soort draaibas: een handzaam, klein kaliber kanonnetje dat scharniert op een soort gaffel (formeel: een mik) met onderaan een punt die in het boord van een schip of op een muur geplaatst kan worden. De meest voorkomende kalibers variëren van 3 tot 7 centimeter.
De Portugezen, die deze wapens als eerste tegenkwamen, omschreven ze als kanonnetjes van een kwart tot een half pond, naar het gewicht van het projectiel. Hoewel de meeste lantaka’s voorladers zijn – waarbij kruit en kogel via de monding moeten worden geladen – zijn er ook achterladers bekend, die met losse kamerladingen werken (wat in het middeleeuwse Nederlands dan weer een snelleken heette).
In alle soorten en maten
Lantaka’s komen letterlijk in alle soorten en maten voor: er zijn exemplaren van vier meter bekend, maar ook mini-lantaka’s die maar net de 30 centimeter aantikken. Van die mini’s is bekend dat ze in Maleisië en Indonesië als betaalmiddel werden gebruikt. Hoewel ze bruikbaar zijn – je kunt er gewoon mee schieten – hadden deze prachtige kleine vuurmondjes dus vooral een economische functie.
Messing of brons
De kanonnetjes zijn meestal gegoten van messing of brons en vaak vrij uitbundig versierd met dier- of bloemmotieven. Op de Filipijnen gelden ze zelfs als nationaal erfgoed. De meeste lantaka’s hebben aan de achterzijde een uitholling, waar een houten steel in kan worden gemonteerd om het richten te vergemakkelijken. Sommige hebben zelfs een eenvoudig keep-korrel richtsysteem.
Atjeh
Lantaka’s werden niet exclusief op schepen gebruikt. Tijdens de jarenlange guerrilla in het noorden van Sumatra – de Atjeh-oorlog – kwamen de troepen van het Koninklijk Nederlands Indisch Leger (KNIL) regelmatig onder lantaka-vuur te liggen. Die kanonnen werden in de borstweringen van Atjehse versterkingen – de zogenaamde bentengs – geplaatst en waren heel effectief.
Verwonding door lantaka
In verslagen uit die tijd komen veel verwondingen door lantaka-schoten voor. In Atjeh stond de lantaka, vooral die met een wat groter kaliber, vooral bekend als lilla of lela. We weten uit brieven van KNIL-officier Hendrik Colijn, de latere minister-president namens de Antirevolutionaire Partij, dat hij tijdens de Lombok-expeditie in 1894 werd geraakt door een lantaka-schot, dat de hak van zijn schoen er af schoot. Hij kwam er goed vanaf.
Binnenkort in het museum te zien
Momenteel zijn er geen lantaka’s tentoongesteld in de vaste opstelling van het museum, maar dat gaat veranderen. De opstelling wordt de komende jaren grondig herzien, waarbij er meer aandacht zal komen voor de koloniale militaire geschiedenis. In dat kader zal er zeker ook een aantal lantaka’s worden tentoongesteld.
“Lantaka’s zijn er in alle maten: kanjers van een meter of 4, maar ook piepkleine van een maar 30 centimeter.” Dirk Staat - Conservator