Middeleeuwse strijdknotsen ontmaskerd
Ze bevinden zich al ruim een eeuw binnen de collectie van het Nationaal Militair Museum: vijf grote houten knotsen met vervaarlijke metalen punten. Voor de leek zijn het op het eerste gezicht echte middeleeuwse wapens. Toch zetten diverse museummedewerkers en kenners vraagtekens bij de wapens. Maar waarom?
Simpelweg omdat er geen vergelijkbare wapens in eigen land of daarbuiten werden gevonden. Dit zou inhouden dat de vijf knotsen ofwel uniek zouden zijn – wat uiteraard nooit uitgesloten kan worden – ofwel dat ze zijn ontsproten uit het fantasierijke brein van een negentiende-eeuwse liefhebber van middeleeuwse wapens. Dat zou betekenen dat het regelrechte vervalsingen zijn.
Middeleeuwse slagwapens
Strijdhamers, strijdkolven, strijdvlegels, goedendags en morgensterren zijn de voornaamste Middeleeuwse slagwapens. Strijdhamers, strijdkolven en strijdvlegels werden het meest gebruikt door de ridderlijke elite. Zij vertonen echter geen overeenkomsten met de strijdknotsen en we zullen deze wapens hier dan ook verder buiten beschouwing laten. De goedendag en morgenster waren – net als de strijdknotsen – eenvoudiger van ontwerp. Deze wapens waren uitermate geschikt voor de gewone voetsoldaat of bewapende boer of burger.
Zoek de verschillen
De goedendag, morgenster en strijdvlegel worden nog wel eens door elkaar gehaald. De goedendag is een kort stokwapen met een scherpe ijzeren pen aan het uiteinde. De pen wordt op zijn plaats gehouden door een ring met een uitstekende rand of vier kleine punten. Met het wapen kon je een goede slag uitdelen, maar je kon er ook mee steken.
Morgenster of strijdvlegel
De morgenster wordt vaak voorgesteld als een ketting met een bal die voorzien is van talloze ijzeren punten. Dit slagwapen met een bal met punten aan een ketting is echter geen morgenster, maar een strijdvlegel. De morgenster is een stok met een bol- of cilindervormig uiteinde, voorzien van ijzeren punten. Op een schilderij van het beleg van Rhenen uit 1499 staat een stadssoldaat afgebeeld met dit type wapen. In onze museumcollectie bevinden zich twee identieke wapens. Het zijn snel te vervaardigen wapens die in grote aantallen binnen de stadsarsenalen aanwezig moeten zijn geweest. Hierdoor kon snel een grote groep bewapende burgers op de been worden gebracht.
Onze knotsen
De vijf strijdknotsen lijken enigszins op dit wapentype, maar verschillen hier ook weer van. Ze zijn korter, gedrongener en erg simplistisch van vorm. Ze zouden niet misstaan in het aloude stereotype beeld van een holbewoner-met-knots. De strijdknotsen zijn slechts negentig centimeter lang en daardoor alleen te hanteren als een puur slagwapen. De morgensterren zijn met een lengte van twee meter echte slag- en steekwapens. Bij deze laatste wapens is duidelijk een ambachtsman aan het werk geweest. Het uiteinde van de cilinderkop is voor meer stevigheid voorzien van een metalen band. De lange, piekvormige punt op de kop van het wapen heeft duidelijk een steekfunctie.
Authentiek of niet?
Tot voor kort was het lastig om uitsluitsel te geven over de echtheid van onze vijf strijdknotsen. Het museum besloot om de techniek van koolstofdatering in te zetten om de precieze leeftijd van de wapens vast te laten stellen. Door van de betreffende voorwerpen een zeer kleine splinter hout af te nemen, kunnen wetenschappers in een laboratorium aan de hand van de aanwezige hoeveelheid koolstof (C14) de ouderdom van het houten voorwerp bepalen. Eén van de knotsen was al zwaar beschadigd en hierdoor ontbrak de helft. Bij dit exemplaar kon op een verantwoorde wijze en zonder problemen een stukje hout worden afgenomen. Daarbij was het zaak om een deel van het hout te kiezen dat zo min mogelijk bewerkt was, dus niet in de buurt van metalen onderdelen of delen die met verf, lak of conserveermiddelen behandeld waren. Dit zou namelijk een zuivere uitslag van de datering van de strijdknotsen negatief kunnen beïnvloeden.
Wetenschappelijk bewijs
Van de beschadigde knots werd een minuscuul stukje hout afgenomen en opgestuurd naar het Centrum voor Isotoop Onderzoek (ISO) aan de Universiteit van Groningen. Na vier maanden ontving het museum de uitslag. Uit het onderzoek bleek onomstotelijk wat velen al vermoedden: de vijf “middeleeuwse” strijdknotsen bleken vervaardigd te zijn van hout dat rond het jaar 1836 is gaan groeien.
Zeer waarschijnlijk stammen de knotsen uit de periode rond 1913. Dat is de tijd waarin de eerste voorloper van ons huidige museum haar deuren op kasteel Doorwerth opende. Hoe ze uiteindelijk in het museum terecht kwamen, weten we helaas niet. Wél zien we ze op een oude foto aan de kasteelmuren hangen.
"Voor veel museumobjecten is een koolstofdatering niet nodig. Van deze objecten is de nodige informatie aanwezig, waardoor duidelijk is in welke periode ze zijn vervaardigd of gebruikt. Twijfelen we bij sommige objecten, dan is het tegenwoordig gelukkig mogelijk om met moderne technieken tot een juiste datering te komen." Jeroen Punt - Conservator