Prinses Irene Brigade in pantserwielvoertuigen tijdens de bevrijding van Nederland 1945.

De Prinses Irene Brigade

Heldenmoed in ballingschap

We vieren dit jaar 80 jaar vrijheid, maar wie hebben ons eigenlijk bevrijd? Soldaten van over de hele wereld spande zich in om Europa te bevrijden van de Duitse bezetters. In Nederland hebben wij onze vrijheid met name te danken aan militairen uit Amerika, Groot-Brittannië, Canada en Polen. In sommige gevallen kwamen de bevrijders van minder ver. Ook Nederlanders droegen hun steentje bij. Ze werden samengevoegd in een brigade, namelijk de Prinses Irene Brigade.

Prins Bernhard bezoekt de Prinses Irene Brigade in de Canadese sector van Normandië. Foto: NIMH

Wie waren de ‘Irenemannen’?

Na de Duitse inval op 10 mei 1940 viel Nederland binnen enkele dagen in handen van de bezetter. De Nederlandse regering en koningin Wilhelmina weken uit naar Londen om van daaruit het verzet voort te zetten. Ook een aantal moedige Nederlandse mannen en vrouwen wist het bezette land te ontvluchten en wilde vechten tegen de vijand. Zij werden ook wel ‘Engelandvaarders’ genoemd. Daarnaast wisten een aantal Nederlandse militairen naar Engeland te komen.

In juni 1940 werd in Londen besloten om een militaire eenheid op te richten die onder Britse bevelen zou vechten, het ‘Detachement Koninklijke Nederlandse Troepen in Groot-Brittannië’. De naam bleef echter niet hangen, en werd al snel veranderd naar ‘Nederlandsch Legioen’, gevolgd door ‘Koninklijke Nederlandse Brigade’. Op 27 augustus 1941 kreeg deze brigade de naam ‘Prinses Irene Brigade’, naar koningin Wilhelmina’s kleindochter prinses Irene.

Brits systeem

De brigade varieerde over de jaren tussen de 1.200 en 3.500 man. Deze groep was zeer divers: voormalige beroepsmilitairen, Engelandvaarders en zelfs Nederlanders uit de overzeese koloniën en van geëmigreerde gemeenschappen in Canada, Zuid-Afrika, Oost-Afrika en het Midden Oosten. De soldaten werden getraind volgens het Britse systeem en uitgerust met Britse uniformen, waarbij ze een speciaal embleem droegen: een oranje wapen met de tekst ‘Prinses Irene’. Soldaten uit Canada en Zuid-Afrika droegen een extra embleem waaraan hun herkomst te herkennen was, namelijk de Maple Leaf en een springbok.

Onder deze Maple Leaf vielen echter niet alleen Canadese Nederlanders, maar ook vijftien Surinamers. Hoewel Suriname (tot 1975) onderdeel was van het Nederlandse Koninkrijk, was een groot deel van deze soldaten van kleur ook in Nederlandse regimenten niet altijd welkom/in beeld. Surinaamse soldaten werden echter wel actief geworven, onder de leus ‘Teken voor Canada en Zie de Wereld’.

Bedford 3/4 tonner van Prinses Irene Brigade rijdt vanuit een landingsboot het Normandische strand op, augustus 1944.

De bevrijding van Europa

Op 6 juni 1944 is het zover, de Amerikanen beginnen aan de langverwachte Operation Overlord. Hoewel de Amerikaanse troepen voet aan wal zetten in Normandië, wordt de Prinses Irene Brigade nog niet ingezet. De training vond plaats in verschillende Engelse locaties, met name in Wolverhampton en Congleton. Vanaf april 1945 werden de Irenemannen bijgestaan door circa 100 mariniers. Zij kwamen over vanuit Amerika, waar zij getraind hadden om de Japanse bezetter in voormalig Nederlands-Indië te bevechten. Vanaf 7 augustus 1944 is het zover, en landde de brigade bij Arromanches in Normandië.

De brigade nam deel aan gevechten in Noord-Frankrijk en België en had een belangrijk aandeel in de bevrijding van delen van Zuid-Nederland. Eén van hun eerste gevechten in Nederland vond plaats in Borkel en Schaft. Later nam de brigade deel aan de bevrijding van onder andere Tilburg, Hedel en de Biesboschregio. In Hedel leverden ze in april 1945 zware strijd tegen Duitse troepen, waarbij de brigade aanzienlijke verliezen leed. Hoewel de Prinses Irene Brigade relatief klein was in vergelijking met andere geallieerde eenheden, was hun morele en symbolische betekenis voor Nederland enorm. Ze vormden een tastbare aanwezigheid van het vrije Nederland in de strijd tegen de bezetter.

Terugkeer en erfenis

Duitsland capituleerde op 5 mei 1945. De Prinses Irene Brigade reed drie dagen later de bevrijdingsroute van de Grebbeberg naar Den Haag. Duizenden burgers juichten de militairen toe. Op 13 juli van dat jaar hield de brigade haar afscheidsparade in de Clingendaelkazerne in Den Haag, waarna de brigade werd opgeheven. Bij die gelegenheid hechtte prins Bernhard de Militaire Willems-Orde der 4e klasse aan het vaandel. Ook deelde hij vijf bronzen leeuwen, veertien bronzen kruizen en twee kruizen van verdienste uit. Ook ontvingen alle militairen die tussen 7 en 15 augustus 1944 in Normandië waren geland een oranje-blauw herinneringskoord, wat tevens aan het vaandel is bevestigd. De brigade werd op 24 december 1945 bij Koninklijk Besluit opgeheven.

De herinnering aan de Prinses Irene Brigade leeft voort in monumenten, herdenkingen en militaire tradities. In Tilburg is het monument voor de Prinses Irene Brigade te vinden, evenals het gelijknamige veteraneninstituut. Ook in het buitenland wordt de inzet van de brigade herinnerd. In het Belgische Beringen en in het Franse Arromanches zijn monumenten te vinden die de inzet van deze Nederlandse troepen herdenken. De Koninklijke Landmacht herdenkt jaarlijks de oprichting van de brigade.

De tradities van de Prinses Irene Brigade zijn dan ook na opheffing niet vergaan, en leven voort in het Garderegiment Fuseliers Prinses Irene.