Vrouwelijke wapenhandelaars

In de 17e en 18e eeuw waren niet alleen mannen actief als wapenhandelaar, maar zien we ook dat vrouwen zich actief bemoeien met de handel in geweren. Daarbij gaat het om weduwen die na het overlijden van hun echtgenoot de zaken voortzetten.

Rol voor overlijden

Het is waarschijnlijk dat deze vrouwen al een rol speelden binnen het bedrijf vóór het overlijden van hun man, maar dit vinden we niet terug in de bronnen. De sporen die zij in oude geschriften en andere bronnen hebben achtergelaten, zijn moeilijk traceerbaar. In sommige gevallen is zelfs niet bekend wat hun voornaam of meisjesnaam was, en is het enkel bekend dat ze weduwe waren van een overleden wapenhandelaar. Helaas zijn er ook geen wapens bekend die door hen zijn gesigneerd.

Vuursteenpistool van Barend Penterman.

Anna Penterman-van Rhijnhoven

Wanneer de Utrechtse geweermaker Barend Penterman in 1723 overlijdt, neemt zijn vrouw de zaken over. Ze zet de zaak voort met haar schoonzoon Jacob van Solingen en samen sluiten ze contracten met andere fabrikanten voor de levering van onderdelen. In 1724 leveren Anna en Jacob 280 geweren met bajonetten aan het Regiment van Baron Haersolte. Een jaar later volgt een levering van 350 geweren voor de Garde Dragonders, en ook in de jaren daarna blijven ze actief in het leveren van geweren aan het leger. Anna overlijdt op 17 september 1736.

Koppel pistolen van Godefroid Corbeau.

De Weduwe Corbeau

Van de echtgenote van de Maastrichtse geweermaker Godefroid Corbeau is de naam onbekend. Na het overlijden van haar man in 1778 blijft zij in de daaropvolgende jaren honderden geweren en sabels leveren aan verschillende regimenten. Het laatste spoor van de weduwe stamt uit 1782, waarin ze een brief ondertekent waarin ze verklaart geweren te hebben schoongemaakt. Dit is het enige document waarop haar handtekening te vinden is.

In 1778 zet de weduwe van Godefroid Corbeau de zaken van haar overleden man voort, met leveringen van geweren voor het regiment May en sabels voor het regiment Von Waldeck. Twee jaar later levert zij 300 geweren aan het regiment Bouquet. Hoe lang en hoe intensief zij haar zaken voortzette, is onduidelijk, aangezien haar zoon François al snel de zakelijke verantwoordelijkheden van zijn ouders overneemt. Het laatste spoor van haar zakelijke activiteiten is de eerdergenoemde brief uit 1782. Deze brief zie je hieronder.

Verklaring van de weduwe G. Corbeau over geleverde spullen en het schoonmaken van wapens, 1782.
Conservator NMM Mathieu Willemsen
"De vrouw is vaak de (onbekende) sterke kracht achter de zaak van de man." Mathieu Willemsen - Conservator