Op de vlucht

“Ons huis in Den Helder stond in spergebied in daarom moesten wij eruit. Ze hebben alles platgegooid, de schoften!” Het gezin van Frits gaat vervolgens met een handkar vol spullen lopend naar Heiloo, op de vlucht voor de Duitse bombardementen. Daar wonen ze een tijdje bij een gezin, maar al snel hebben ze een eigen huisje in Alkmaar. Hier wonen ze samen met de broers en zus van zijn moeder en met opa en oma. “Dat is best gezellig hoor!”

Als er Duitse soldaten langskomen dan moet zijn ome Ab snel de kast in, want anders wordt hij opgepakt om te gaan werken. Gelukkig wordt het gezin vaak gewaarschuwd voor de komst van de Duitsers en kan hij snel onderduiken. “Mijn kleine broertje vraagt steeds waar papa blijft. Oom Ab zegt dan dat we geduld moeten hebben en dat papa heel druk is met het winnen van de oorlog.”

Engelandvaarder en piloot

De vader van Frits Bielfeldt vliegt op 13 mei 1940 vanaf het Alkmaarder meer met zijn watervliegtuig via Frankrijk naar Engeland. Hij is een van 1700 Nederlanders die naar Engeland weet te ontsnappen en van daaruit doorvecht tegen de Duitsers.

“Mijn vader is in Engeland. We hebben een brief van hem gekregen. Hij schreef dat alles goed was. Maar dat is al een hele tijd geleden en nu horen we niks meer. Hij is vast al piloot bij de Royal Air Force. Ik hoop dat hij een heleboel bommen op de Duitsers gooit. Net goed!”

Ziet Frits zijn vader na de oorlog weer terug? Beleef het in de Klas van ’45!